Teveel om te schrijven

schrijftechniek
Wat laat je weg uit je tekst als je teveel weet?

“He knew too much,” grommen ze in Amerikaanse westerns voordat ze de held doodschieten.
Wie schrijft over een onderwerp waar hij veel van af weet, kan spontaan het verlangen voelen opkomen naar zo’n efficiënte afhandeling van zijn dilemma’s. Een verhaal, journalistiek artikel of blog, mag immers nooit te lang zijn.
Maar wat laat je weg? Probeer eens: bijna alle details. Op 1, 2 of 3 voorbeelden na.

Je weet te veel

Stel: je wilt in je verhaal bewijzen dat het weer invloed kan hebben op je stemming. Je hebt daar 26 grappige voorbeeldjes van uit de praktijk en je kent bovendien drie onderzoeken waarmee het bewezen wordt. Bovendien weet je dat de ene mens alleen maar een tikje chagrijnig wordt van vallend herfstblad, een ander het eigenlijk wel een vrolijk gezicht vindt en de derde geëmigreerd is naar een land zonder seizoenen om eindelijk af te zijn van z’n seizoensgebonden depressies. Stop! Te veel informatie! Dat verhaal wordt te lang! En toch wil je je lezers zorgvuldig en genuanceerd informeren.

1, 2, 3 voorbeelden

Lezers zijn goed opgevoed. Ook als ze zich dat helemaal niet bewust zijn. Daardoor hoef je niet alles te schrijven wat je weet, terwijl je toch al je informatie doorgeeft.
De truc is om gebruik te maken van patronen. Geef 1, 2 of 3 voorbeelden.

1- Status quo
‘Het weer is van invloed op je stemming. Veel mensen worden somber van regen.’
Geef je in een verhaal een enkel voorbeeld van een bewering, dan wordt dat gelezen als gemiddelde, als omschrijving van de status quo, als uitwijding van een stelling die geen tegenspraak duldt.

2- Ontwikkeling
‘Het weer is van invloed op je stemming. Regenachtig donker weer leidt vaak tot somberheid, terwijl een zwoele zomerdag de stemming er juist lekker in brengt.’
Als je twee voorbeelden geeft zal je lezer ervan uitgaan dat dit de twee uiteinden zijn van een ontwikkeling, een reeks mogelijkheden, lopend van ‘voor’ tot ‘na’, van ‘niet’ tot ‘heel erg’, van ‘wit’ tot ‘zwart’. Met die twee voorbeelden heb je dus de hele lijn van nuances en ontwikkelingen al binnen het bewustzijn van je lezer gebracht.

3- Compleet
‘Het weer is van invloed op je stemming. Treurigheid met regen, een zonnige kijk op het leven in een warme zomer, vertwijfeling bij mistflarden, het is eigenlijk een heel natuurlijk gegeven.’
Geef je drie voorbeelden, dan weet je lezer: ‘Dit is nog maar het topje van de ijsberg.’ Waar drie voorbeelden moeiteloos te vinden zijn door jou, kan lezer zelf naar hartelust verder fantaseren over de andere voorbeelden of ze er bij zoeken. Hij heeft daardoor het gevoel een compleet beeld te hebben (of te kunnen krijgen als hij echt zou willen, wat niet zo is).

En?
Als het waar is, heb je nu het gevoel een compleet beeld te hebben van hoe leespatronen werken, want je kreeg er drie voorbeelden bij. Ga er maar van uit dat er nog veel meer over te zeggen is. Mail me er even over.

Top