Show don’t tell – dialogen

Laat eens iemand anders aan het woord. Als je je hoofdpersonen een gesprekje laat voeren vertellen zij het verhaal, niet jij. Da’s weer eens wat anders. Een statische situatie wordt ermee opgevrolijkt en krijgt betekenis.

Show, do tell

Heb je geen dialoog nodig voor het geven van informatie? Gebruik ‘m dan om een karakter, een situatie of de onderlinge verhoudingen te laten zien. Laten zien. Show. Als in ‘show, don’t tell’. Hoewel dat dus eigenlijk wel degelijk ’tell’ is. Niet de informatie geven. Laten horen hoe het eigenlijk zit.

Al 70 jaar

Show:
“Dat zijn narcissen”, zei ze, terwijl ze met haar knokige hand naar het rode tulpenveld wees. Voorzichtig liet hij zich zakken op het bankje waar hij haar rolstoel naast had gemanoeuvreerd.
“Dat weet ik toch,” antwoordde hij, en glimlachte naar haar zoals hij dat de afgelopen 70 jaar altijd had gedaan.

Don’t tell:
Hij bleef veel geduld houden met zijn dementerende vrouw.

Nu is het haar zaak

Show:
Met venijnige knipjes beet de snoeischaar in de onderkant van de bos rozen. Ze draaide zich om zonder haar werk te stoppen. “Dat zijn narcissen,” riep ze de winkel in. “Die kunnen niet bij lelies.”
De oude bloemist stak zwijgend een nieuwe bloem in de grafkrans. “Dat weet ik toch,” mompelde hij hoofdschuddend. Het was alsof ze zich niet eens meer wilde herinneren dat ze het vak ooit van hem zelf geleerd had.

Don’t tell:
Zijn dochter nam de zaak over en behandelt hem daarna respectloos.

 

 

Top