De oude timmerman en de vrouw die een kast wilde maken

Tip: lees de voetnoten meteen even mee voor de toelichting.

Er was eens een oude timmerman[1]. Zijn leven lang had hij kasten gemaakt. Eerst hele simpele, kleine kasten. Toen ingewikkeldere kasten. En uiteindelijk beheerste hij zijn ambacht zodanig dat hij de wonderlijkste kasten kon maken: hele wandmeubels op maat, met schuifdeuren, geheime laatjes en krullen aan de poten[2].
En toen hij 42 van die kasten[3] had gemaakt voelde hij het diepe verlangen om zijn kennis en ambachtelijke vaardigheden door te geven aan anderen. ‘Zo,’ dacht hij, ‘worden er meer en meer prachtige kasten gemaakt en daar wordt de wereld beter van.’[4]

‘Ik weet niet of ik daar hulp bij nodig heb’

Op een dag werd er bij de oude timmerman[5] op de deur geklopt. Daar stond een vrouw die bittere tranen huilde. Naast haar stond, op het tuinpad, een kar met een doek erover. ‘Timmerman,’ snikte zij, ‘ik wil graag een kast bouwen voor mijn spullen, maar ik weet niet of ik hulp nodig heb!’[6]
De timmerman glimlachte verheugd en knikte hoopvol.
‘Dit moet er allemaal in. In die kast, dus,’ zuchtte de vrouw vermoeid, en trok de doek van de kar. Verbaasd keek de timmerman naar alle spullen die de vrouw aanwees op de kar.[7]
‘Mijn hemden en mijn schoenen. Mijn boeken en mijn serviesgoed. Het speelgoed van mijn kinderen, de voorraadpot macaroni, de grasmaaier, zevenentwintig oude videobanden, de boormachine, een houten krukje, vier potten augurken, de krik en een potlood. Dat moet allemaal z’n eigen plek hebben in die kast en ook mijn buurvrouw moet het daar kunnen vinden, want die wil wel eens iets van me lenen.’
De timmerman knikte opnieuw en in zijn hoofd ontstonden vanzelf al zeven schetsen voor een grote, ingewikkelde kast, maar steeds paste er wel iets anders niet ook nog in.[8] ‘Oude timmerman, zeg mij, denk je dat ik zo’n kast kan maken?’[9] vroeg de vrouw.

‘Ik hield slechts twee schroeven over’

Nu wilde de timmerman niet onaardig zijn en bovendien: hij had het ambacht zelf geleerd, dus een ander zou met veel oefening vast ook kunnen gaan kunnen wat hij kon. Trouwens, hij kende timmermannen die veel knapper waren dan hij zelf en misschien was deze vrouw daar wel eentje van! Daarom vroeg hij vriendelijk: ‘Vrouw, hoeveel kasten heb je al gemaakt in je leven?’
De vrouw telde met gesloten ogen op haar vingers na: ‘Tweemaal heb ik heel verdienstelijk een plank gemonteerd in het schuurtje. En ik heb een volledig nachtkastjesbouwpakket in elkaar gezet waarbij ik slechts twee schroeven overhield.’[10] Respectvol knikte de timmerman en sprak naar waarheid: ‘Dan denk ik dat je wel wat ondersteuning kunt gebruiken bij het maken van je kast. Ik vind het een eer en een groot plezier om jou die ondersteuning te bieden, als je gebruik wilt maken van mijn jarenlange ervaring.’[11]

‘Daar ben ik nog niet uit…’

Maar de vrouw leek hem niet te horen en staarde afwezig naar haar kar.
‘Ik denk wel eens dat het gekkenwerk is om voor al die spullen een enkele kast te maken,’ mompelde ze.[12] De timmerman wilde haar complimenteren met haar inzicht en ook met haar dappere voornemen, want hij zag de vastberaden blik in haar ogen. ‘Je verlangen om iets moois te maken is groot, vrouw,’ zei hij, ‘en dat is een belangrijk gereedschap bij het bouwen van een kast.’[13] Toen duwde de vrouw hem een beetje opzij met haar elleboog en wees naar het topje van de spullen op de kar. ‘Misschien moet er ook een kruidenrekje bij,’ zei ze nadenkend. ‘Daar ben ik nog niet uit.’[14]

‘Ik kom terug om het ambacht te leren. Misschien.’

En voordat de timmerman had kunnen antwoorden zette ze haar handen tegen de stapel en duwde de kar traag het tuinpad van de timmerman af.[15]
‘Ik ga er gewoon lekker aan beginnen,’ hoorde hij haar mompelen. ‘Ik ga gewoon spaanplaat en spijkers te kopen, wat plaksel uitproberen en goede stapeltjes maken. Dan zoek ik een schilder en ik timmer de zijkanten in elkaar, en als ik dan de deurtjes erin ga lijmen kom ik weer bij je terug om het ambacht te leren van je. Misschien. Dank je wel timmerman, je hebt me geweldig geholpen!’[16]

Op de blote rug

‘Hoe dan?’ riep de wanhopige timmerman de vrouw achterna.
‘Oh, gewoon, dat ik wel zie hoe het allemaal loopt…’ lachte de vrouw over haar schouder terug en verdween met haar zware kar aan de horizon.
Zwijgend liep de timmerman zijn eenvoudige woning weer in, pakte zijn karwats van de haak boven de eettafel en sloeg zichzelf er vele malen mee op de blote rug, om de pijn in zijn ziel te vergeten.[17]


[1] Het was niet echt een timmerman. Dit is een metafoor, een leervertelling, een parabel. Eigenlijk gaat het over mijzelf.

[2] Die kasten zijn eigenlijk teksten. Journalistieke teksten, columns, reportages, scripties en boeken. Zonder pootjes maar wel met geheime laatjes. Metaforisch dan hè.

[3] ‘…42 van die kasten’ is metafoortaal voor ‘heel veel teksten’.

[4] De wereld wordt er daadwerkelijk beter van als iedereen kennis doorgeeft aan elkaar zodat je niet alles zelf in je eentje hoeft uit te vinden. Dat doorgeven van kennis gaat trouwens aanmerkelijk simpeler met woorden dan met kasten, maar daar gaat het hier niet over.

[5] Zo oud was de timmerman nou ook weer niet. Het was een professional met vele jaren ervaring met prachtig schrijfwerk voor heel uiteenlopende opdrachtgevers. Dat bedoel ik.

[6] Ja. Zij heeft hulp nodig. Anders komt dat boek er nooit. Of het wordt een warboel en zij wordt gek.

[7] Alles lag enorm door elkaar heen op die kar hè, dus dan zie je niet meteen wat er allemaal in zo’n verhaal moet. Dat is ook het probleem met een boek schrijven: als je al begonnen bent met je research weet je voordat je het weet teveel om de essenties van de hoofdzaken te kunnen scheiden.

[8] Een vakman kent zijn mogelijkheden, maar ook zijn beperkingen. Wat niet kan, dat kan niet en dat zie je als vakman eerder dan als beginner. Scheelt een hele hoop frustraties. De straf voor dat inzicht is dat je keuzes moet maken. Zowel voor alle informatie die je wél gaat gebruiken als voor de ongelukkige details die niet in je boek of blog terechtkomen. Dit is het beruchte ‘kill your darlings’, dat zowel vooraf als tijdens en na het schrijfproces moet gebeuren.

[9] Nee.

[10] Zelf houd ik nooit iets over, maar dat is misschien omdat ik de schroeven niet in een bakje leg tijdens het in elkaar zetten.

[11] Echt waar! Eer en genoegen.

[12] Zie voetnoot 7

[13] Sterker nog: als je niet een groot verlangen hebt om je verhaal te vertellen, kies dan liever voor bloemschikken, want voor schrijven heb je tijd, aandacht en schrijftechniek nodig.

[14] Met een goede schrijfcoach weet je precies waar dat kruidenrekje moet hangen. Óf je volgende project is een kruidenrekje. Met geheime laatjes.

[15] Het was maar een klein tuinpad hoor. Niet zo eentje met hoge bomen erlangs.

[16] Maar serieus hè: er zijn mensen die dolgraag een boek willen schrijven, weten dat dat lastig is maar eerst hun research rond willen hebben, dan een opzet maken, de flaptekst en de eerste drie hoofdstukken schrijven, karakterschetsen van hun protagonist, antagonist en het werkboek maken, de spanningsboog uitwerken, de zeven stappen van de reis van de held zetten, op zoek gaan naar een uitgever en dan pas een professional willen vragen om te vragen hoe je nou eigenlijk een boek of een blogserie schrijft. Om vervolgens te merken dat dat boek misschien al klaar was geweest als ze direct ondersteuning hadden gezocht.

[17] Beetje jammer, dit. Maar okee, en daarna organiseerde hij, ik dus, als schrijfcoach, een Magisch Schrijfjaar. Waar schrijvers welkom zijn om, in een jaar en een dag, met professionele ondersteuning aan hun schrijfproject te werken. Met maandelijkse bijeenkomsten, waarop je steeds een nieuwe schrijftechniek leert toe te passen, waar je medecursisten ook je sympathieke meelezers zijn en waar je altijd je schrijfcoach Yoeke Nagel bij de hand hebt voor tips, vragen en toejuichingen. Bespaar jezelf heel wat gezeul met die kar en schrijf je meteen in. Of mail, bel, voor een kennismakingsgesprek.

Laat mij stoppen met die karwats.
Schrijf je in voor het Magisch Schrijfjaar.

Top