Cynisme is winst voor je ergste vijand

Wat? Beweert dit weldenkende mens nou serieus dat het een feestje is om onze nieuwe landsbestuurders te zien staan op dat bordes? Tsssss…
Met die schok heb ik al een aantal keren een opiniestuk willen wegklikken. Zekerheidshalve lees ik dan nog even het slot van het verhaal. Daar staat pas de werkelijke mening van de schrijver: ‘Waar moet dat heen met ons arme land! Balthasar Gerards, waar ben je nu we je nodig hebben?’
Oh, aha! De rest was dus cynisme. Hoe kon ik dat nou weten?
Ik zie de laatste tijd veel ironie, cynisme en sarcasme in teksten over de zorgelijke ontwikkelingen in Nederland en de rest van de wereld.
Ik snap je wanhoopskeuze voor cynisme. Dat doe je omdat je moedeloos bent van het zien van zulk onrecht en zoveel stupiditeit. En ik laat je als professioneel schrijfcoach graag zien waarom cynisme niet werkt.*)
Sterker nog: cynisme is pure winst voor je ergste vijand**)

Ironie, cynisme, sarcasme

Nou, die zomerregen had voor mij nog wel eventjes door mogen gaan. Lekker fris en goed voor de slakken.
Eh… Dit meen ik niet. Het is cynisch bedoeld.
Ironie, cynisme en sarcasme zijn drie stijlfiguren waarmee je spottenderwijs laat weten dat je het ergens niet mee eens bent. Op taaladvies.net wordt het verschil tussen deze drie figuren haarfijn uitgelegd, ik vat het even samen met: je doet een paar zinnen lang alsof je een bezopen mening hebt. Alsof je het bijvoorbeeld een goed plan vindt dat een stel onbenullen minister wordt, dat er mensen in een plantsoentje moeten slapen, dat kinderen van hun ouders gescheiden worden.
Ik ben een groot voorstander van verrassingen in teksten. Ik gebruik dolgraag stijlfiguren als overdrijving, omkering en besmetting die niet zelden grappig zijn, en ook kunnen worden ingezet om cynisch mee te doen.
Maar in geschreven tekst missen we de rode cynisme-waarschuwingsvlaggen die we in live contacten wél hebben. Daardoor denk ik van elke cynische tekst dat de schrijver ervan méént wat er staat.

lees door onder het plaatje

Voeg cynisme-waarschuwingen handmatig toe

Als ik je in de kroeg vertel dat de regenbuien zo heerlijk fris zijn en goed voor de slakken, dan zijn er heel wat signalen waardoor je weet dat ik daar geen klap van meen.
Ik zucht er diep bij en trek mijn wenkbrauwen op. Ik laat mijn schouders hangen. Ik veeg een denkbeeldige traan weg. Ik grijns wat sneu. Aha! weet je. Ze meent het niet. Misschien ken je me zelfs zo goed dat je mijn werkelijke standpunt over regen en slakken al eens van me gehoord hebt.
In geschreven teksten vallen die signalen weg.
Daarom worden ze in romans handmatig toegevoegd: “Fascinerend diertje, mam,” kreunde ze met een vertrokken gezicht en schoof het glibberige gedrocht, tjak, tjak, de vijver in met de scherpe kant van de spade.’
De cynisme-signalen die je tot je beschikking hebt in fictie, zijn lastig te herhalen in een opiniestuk: lichaamshouding, gezichtsuitdrukking, bijgeluiden, zintuiglijke waarnemingen, beeldende werkwoorden, zelfs mensenkennis – ze vallen weg.

Je helpt mij niet

Cynisme levert direct punten op voor de partij waartegen dat cynisme zich richt.
Letterlijk: je herhaalt het standpunt van een idioot (met een afbeelding van een tweet, bijvoorbeeld) waardoor die een nog groter afzetgebied heeft voor zijn idiote standpunt: jouw lezers, die hij anders niet zou kunnen bereiken. Onder dat idiote standpunt zet je je cynische opmerking: ‘Nou nou, wat een slimmerik zeg.’
Dat zou een compliment kunnen zijn. Het zou een feitje kunnen zijn dat jij openbaar wilt maken. Het zou jouw merkwaardige persoonlijke mening kunnen zijn (waardoor ik je direct wil ontvrienden). Het zou zelfs een loyaliteitsbetuiging kunnen zijn: deze idioot is toch slimmer dan ik dacht.
Hoe moet ik weten dat je het niet meent? Dat het cynisch is?
Daar kom ik pas achter als ik de moeite neem om je hele verhaal door te nemen.
Maar daar heb ik geen zin meer in als ik denk dat jij een standpunt verdedigt dat ik beledigend, onzinnig of levensgevaarlijk vind.
Je helpt mij niet met je verhaal, je troost me niet met de herkenning van je standpunt.
Ik voel wel de moedeloosheid in je cynisme, maar je biedt me geen nieuw inzicht, geen frisse moed, geen verwantschap, zelfs geen relativering van de zorgen die we delen.
Ik ben bovendien, volkomen onterecht, teleurgesteld in jou, goede en betrouwbare Facebook/LinkedIn vriend, vriendin, die ik altijd koesterde als weldenkend mens. En, ook jammer, ik lees steeds vaker terughoudend, met wantrouwen. Meent de schrijver dit? Of zit ‘ie me te dissen?

Laten we elkaar moed en visie blijven bieden

Cynisme werkt niet in geschreven tekst, wordt gezegd. Maar cynisme werkt wel degelijk.
Cynisme is winst voor je ergste vijand. Dat wil je niet. We leven in een tijd waarin we ons pijlsnel moeten bekwamen in het delen van gezonde, menslievende, hartelijke, verstandige meningen. We leven in een tijd waarin we elkaar moed en visie moeten blijven bieden.
We hebben weldenkende, dappere mensen zoals jij nodig, om tegen alle drab in te blijven volharden in het besef dat elk levend schepsel uniek is en de beste kansen verdient om zich te ontwikkelen tot een stralend en krachtig wezen dat de wereld mooier achter zal laten dan hoe hij hem aantrof.
Behalve slakken.

*) Maar eerst effe ter geruststelling: ik ben net zo wanhopig als jij over de politieke ontwikkelingen in Nederland, Palestina, Oekraïne en de VS. Dan weten we dat maar even van elkaar.

**) Vind je ‘vijand’ een te sterke term? Ik wou dat dat waar was. Wie mijn transgender, homoseksuele, zwarte, invalide, joodse, thuisloze, verslaafde, bejaarde, zieke, asielzoekende, andersgelovige medemens afwijst, wijst mij ook af. Is het niet nu, dan is het wel als de anderen uit de weg zijn geruimd.

 

Top