Fuck the facts

Wat is je schrijversdoel?

schrijven en research‘Alles is voortdurend in beweging – en dat zal altijd wel zo blijven,’ riep Loesje ooit op een poster. En dat is mooi pech voor wie een boek aan het schrijven is.

Voor de meeste boeken heb je research nodig, zoals dat in het Nederlands heet. Onderzoek. Je zult feiten moeten checken, zelfs als je fictie schrijft. Je doet misschien wat interviews met betrokkenen of kenners van je onderwerp. En je bezoekt mogelijk wat plekken die je in je boek wilt laten voorkomen.
Slim plan.

Onderzoek is nooit klaar

De meeste schrijvers, merk ik als schrijfcoach, kunnen zich tijdens deze researchfase al niet langer bedwingen. Ze moeten gaan schrijven. Ook een slim plan. Onderzoek is namelijk, elke wetenschapper kan dat beamen, nooit afgelopen. Onderzoek is als door het donkere bos lopen met een zaklamp. Het licht dat je om je heen op de bomen schijnt, maakt vooral het donker achter de lichtcirkel groter, dieper, voelbaarder en ja, donkerder.
Je kunt dus niet echt wachten tot je onderzoek ‘klaar’ is: dat moment zal nooit komen.

Bittere kou of bloeiende magnolia

Het akelige daarvan is dat er zich dus steeds nieuwe feiten zullen aandienen tijdens het schrijven van je boek of scriptie. Een Amerikaanse schrijfcoachingsklant kwam er bijvoorbeeld opeens achter dat haar ouders niet in november maar in april zouden zijn gevlucht uit Oostenrijk, terwijl ze de hele vluchtscene al prachtig had beschreven, compleet met sneeuw en bittere kou. In 4000 woorden. Moet je zo’n meesterlijk hoofdstuk dan omschrijven naar lente?

Fuck the facts

Meer over schrijven met het creatiepentagram in dit boek
Meer over schrijven met het creatiepentagram

Als schrijfcoach zeg ik dan: fuck the facts. Ga terug naar de essentie. Wat is het doel van je boek? Wat is je missie? Waarom schrijf je dit boek? Dat heb je allemaal vooraf bedacht en, flexibel, vastgelegd in je Creatiepentagram. In grote lijnen komt je doel meestal neer op: ‘Een boek schrijven dat de mensen graag willen lezen, om het iets duidelijk maakt over hoe het leven in elkaar zit’.*)
En bittere kou onderstreept trouwens veel mooier de ellende van het moment dan prille zonnestralen over bloeiende kersenboomgaarden.

Zelfs als je dood bent

In de meeste gemeenten is het de regel dat er geen straten worden genoemd naar levende personen. Je weet immers nooit of ze zich niet per ongeluk nog gaan ontpoppen als tiran, of door de geschiedenis worden ingehaald als ‘fout’. Je zult maar in de Bill Cosby-steeg wonen! In de Stalinstraat, of aan het PeeWee Herman-pleintje… Zelfs als je protagonisten al lang en breed dood zijn kunnen ze nog, met terugwerkende kracht, veranderen. In de ogen van je lezer in elk geval.

Het is allemaal waar, maar…

Alles is natuurlijk relatief, al ben je dan een beetje god zelf als schrijver. Ook goden hebben zich te houden aan natuurwetten. Sommige nieuwe feiten zullen onmogelijk te negeren zijn. Als blijkt dat je verhaal zich afspeelde in Marseille en niet op Schiermonnikoog zul je wel het een en ander moeten wijzigen. Maar dat soort grote lijnen behoren al min of meer vast te staan voordat je begint met schrijven. Je schrijfwerk kun je zien als een serie foto’s. Momentopnames.
‘Het is allemaal waar, maar aan elkaar geschreven tot een grote leugen,’ zeggen verstandige mensen (mijn vader) over hun eigen beste verhalen.

De werkelijkheid als houvast

Gun jezelf schrijversvrijheid door te spelen met de werkelijkheid. Dat is dat spul dat zich sowieso al aan elk mens verschillend voordoet. Fuck the facts waar nodig. En gebruik de werkelijkheid als houvast om je eigen interpretatie en fantasie aan op te hangen.

*) Als je een historisch non-fictie boek schrijft ligt dat natuurlijk anders. Dan is je belangrijkste missie vermoedelijk ook iets als: ‘Feiten ordenen zodat de lezer de geschiedenis leert kennen.’

bibliotheekteylers

Top