Het woord is een poort

waar je klanten mee scoort

poorten

Natuurlijk, je wilt alles wel vertellen als je een website maakt.
Wie je bent, waar je je opleiding deed, met welke apparatuur je werkt, welke technieken je beheerst, hoe je bedrijfsruimte er uit ziet en door welke samenloop van omstandigheden je in het vak terecht kwam.
Niet doen.
Je aanstaande klant wil namelijk alleen maar weten of ze iets aan je product of dienst heeft.
Geef daarom liever een hint, niet meer dan dat. Zet de poort open voor je klant en laat ‘m er zelf doorheen lopen. Omdat het er goed uitziet voor ‘m.
Drie tips om die poort open te zetten.

Wat schrijf je op je site?

20160501_135330_resized1  Ga uit van je klant, niet van jezelf

Je lezer, die je klant kan worden, wil in eerste instantie over zichzelf lezen, wil gezien worden, herkend.
Schrijf dus: ‘Als je twijfelt over je teksten, dan lees ik graag even met je mee.’
Schrijf niet: ‘Ik volgde een opleiding tot schrijfcoach in 2010 en heb me gespecialiseerd in redigeerwerk.’
Je klant mag er vanuit gaan dat je weet wat je doet.

2  Los z’n probleem op

Je lezer, die je klant kan worden, wil weten dat z’n probleem straks is opgelost.
Schrijf dus: ‘Ben je dyslectisch? Dan haal ik even de taalfouten uit je tekst voor je.’
Schrijf niet: ‘Uit onderzoek is gebleken dat teksten met taalfouten minder serieus genomen worden.’
Dat weet ie al, dat is juist z’n probleem.

3  Overleg

Je lezer, die je klant kan worden, is net zo eigenwijs als jij.
Schrijf dus: ‘Hoe wil jij het graag? Ik pas me graag aan bij jouw stijl.’
Schrijf niet: ‘Ik zet mijn professionaliteit in om je teksten een zakelijke uitstraling te geven.’
Dat wil ie misschien helemaal niet.

 

Top