Om thuis te komen moet ik met het pontje de rivier over.
Op mijn veerpontknipkaart verschenen in de loop van een paar weken verschillende vormen knipjes. Een grote boog, een klein poortje en een driehoekje. Dit greep me aan. Zouden er ook sterren zijn als knipje? Waarom geen rondje, zoals de treinconducteur vroeger knipte in mijn kartonnen kaartjes? Was het kleine poortje misschien alleen voor zondagen? Waarom? Elke overtocht ontstonden nieuwe vragen maar daagden ook puzzelstukjes inzicht. En na vijf seizoenswisselingen wist ik dat ik vlak bij het antwoord was. Misschien de volgende overtocht wel, hoopte ik steeds als ik een knipje in mijn veerpontkaart kreeg.
Zijn kaarsrechte knip
De laatste flard informatie die ik nodig had voor mijn definitieve verklaring voor de veerpontenknipkaartgaatjesvormen diende zich aan bij de kapper.
Ik werd geknipt door Het Meisje, dat bij elke kapper werkt. Tijdens het napunten verklapte ze me, blozend van opwinding: “Morgen krijg ik mijn eigen schaar!” Ze keek me strak aan via de spiegel om te controleren of de zwaarte van deze onthulling wel tot me doordrong.
Op het pontje dacht ik er nog steeds over na. Haar eigen schaar. Hmmm, tja.
In mijn linker buitenspiegel zag ik de veerman aan komen lopen. Het was de lange met de hoornen bril. Ik opende het raampje en stak mijn kaart naar buiten. Zonder de kaart van mij over te nemen zette hij zijn kaarsrechte knip. Ik keek. Een driehoekje. En ik begreep.
Het rivierblauwe kussentje
Er moet een opleiding tot veerman (m/v) zijn, ergens in het Rivierengebied natuurlijk, waar aanstaande veermannen leren om onder barre omstandigheden niet alleen heen, maar ook weer te varen terwijl ze de grillige stroming trotseren, rivierverkeer, angstige chauffeurs die teveel afstand tot elkaar bewaren, windvlagen en wandelaars die geen contant geld bij zich hebben.
Zij moeten gedisciplineerd oefenen, levensgevaarlijke toetsen afleggen en onder streng toezicht tenminste honderdvijftig overtochten maken. Foutloos.
Pas als zij deze bikkelharde beroepstraining hebben doorstaan kunnen zij – tijdens een plechtige ceremonie waarbij ook echtgenoot, kinderen en pontkameraden aanwezig zijn – eindelijk hun eigen kniptang in ontvangst nemen.
Eerst een persoonlijk woord van de examinator. Een kwinkslag. Een anecdote. De plechtige belofte, gevolgd door het lied dat vierstemmig heen en weer galmt tussen de zuilen van de aula.
En dan, eindelijk, het rivierblauwe kussentje waarop de tang wordt aangeboden door de oudste veerman van dat moment. Geknield. De ceremoniële knip in het iconische diplomaveerpontkaartje dat nu al 142 jaren, jawel, plechtig door elke nieuwe veerman geknipt werd, zodat je aan de randen kunt zien hoeveel Driehoeksveermannen ooit al heen en weer hebben gevaren, en hoeveel Grote Boog-veermannen. Om de elite en laagste rang uit de rijke veerponttraditie maar even beiden te noemen.
Tijdens de feestelijkheden achteraf wordt met voelbaar respect gememoreerd hoe de eerste vrouwelijke veerman, dochter en kleindochter van een veerman, tot op het moment van haar Eerste Knip niet wist welke veerpontkaartkniptangvorm ze zou gaan dragen, omdat haar voorvaderen dat altijd geheim hadden gehouden voor haar. Uit respect voor het mysterie.
Een enkeling voegde er ontroerd aan toe hoe haar grootvader, fiere veerman in hart en nieren – al stond hij al zesentwintig jaar, zeven weken en vier dagen aan de wal – een traan van ontroering op de tang had laten druppelen. Dat die traan een glashelder Plinggeluid had gemaakt in de doodstille aula van de veermannenschool.
Als iedereen gedanst, gezongen en gefeest heeft drommen alle veermannen (m/v) in een deinende cirkel rond hun gloednieuwe collega en heffen hun kniptangen hemelwaarts om daar, boven hun hoofden, gezamenlijk een knip in de lucht te geven; een enkele knip waarin alle veerpontkaartkniptangvormen samenvallen als de druppel die samenvalt met het rivierwater onder de pont. Voor even maakt de vorm van de kniptang niet meer uit.
De veerman met de hoornen bril
Ik wist dat ik een risico nam: mag men de hoeder van een geheim vragen dit geheim te onthullen aan een niet-ingewijde?
Ik boog me wat uit het raampje in de hoop dat dit gebaar zou uitstralen dat de veerman met de hoornen bril mij kon vertrouwen. Dat ik geen misbruik zou maken van mijn kennis, dat ik toch al een groot deel van het mysterie zelf ontrafeld had, dat hij het mij rustig kon toefluisteren, alleen maar ter bevestiging van mijn vermoedens.
“Hoe komt het eigenlijk dat er verschillende vormen knipjes komen?” vroeg ik zo nonchalant mogelijk, om hem niet in verlegenheid te brengen.
De veerman keek naar mijn kaart en trok even een wenkbrauw op.
“Gut ja, nou zie ik het ook,” zei hij en gebaarde met een traag draaiende hand dat de auto achter mij iets verder naar voren moest rijden. “We hebben er hier een paar liggen en je pakt er maar eentje.”
De slagbomen
Met een klap viel de metalen uitrijplank op de betonnen aanlegsteiger. De auto achter me toeterde.
Ik neem tegenwoordig vaak de brug.